Wanneer een ondernemer een instemmingsplichtig besluit neemt zonder instemming van de Ondernemingsraad, dan kan de Ondernemingsraad binnen een maand schriftelijk de nietigheid van dat besluit inroepen (volgens artikel 27 lid 5 WOR). Maar heeft de Ondernemingsraad dat recht ook wanneer de Ondernemingsraad weliswaar heeft ingestemd, maar aan die instemming voorwaarden heeft verbonden en de ondernemer aan deze voorwaarden voorbij gaat? Mag een Ondernemingsraad aan een instemming voorwaarden verbinden? Op deze vraag wordt een antwoord gegeven in de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam 8 februari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:660.
Instemming onder voorwaarden
Op 14 september 2021 vroeg de ondernemer aan de Ondernemingsraad instemming voor het wijzigen van een pensioenregeling. Op 3 november 2021 liet de Ondernemingsraad weten enkel in te stemmen met het voorgenomen besluit wanneer aan een bepaalde voorwaarde werd voldaan. De ondernemer vatte dit op als een instemming. Op 18 augustus 2022 liet de ondernemer dan ook weten de pensioenregeling te gaan wijzigen zonder inachtneming van de door de Ondernemingsraad gestelde voorwaarde.
Nietigheid inroepen
Op 16 september 2022 riep de Ondernemingsraad de nietigheid van het voorgenomen besluit in. Ook vroeg de Ondernemingsraad aan de kantonrechter te bepalen dat de ondernemer moest stoppen met uitvoering van de wijziging van de pensioenregeling. De ondernemer voerde verweer, met name tegen de procedurele gang van zaken.
Instemming onder voorwaarden mogelijk?
De kantonrechter oordeelde allereerst dat de Ondernemingsraad de nietigheid van het besluit van de ondernemer tijdig, namelijk binnen een maand, had ingeroepen. De ondernemer voerde als verweer aan dat de Ondernemingsraad had ingestemd met de wijziging van de pensioenregeling omdat volgens de ondernemer een instemming onder voorwaarden niet mogelijk zou zijn.
Ofschoon het juist is dat de wet ten aanzien van instemmingsplichtige besluiten slechts twee smaken kent (wel of geen instemming) oordeelde de kantonrechter dat dit nog niet wil zeggen dat een Ondernemingsraad geen voorwaarde aan de instemming mocht verbinden. De ondernemer had dan ook niet aan deze voorwaarde voorbij mogen gaan.
Schriftelijk de nietigheid van het besluit inroepen volstaat
Volgens de ondernemer diende het verzoek verder nog te worden afgewezen omdat de Ondernemingsraad de kantonrechter niet had gevraagd om de nietigheid van het besluit in een verklaring voor recht te bevestigen. Ook dit verweer passeerde de kantonrechter. De Ondernemingsraad had immers schriftelijk de nietigheid ingeroepen en de wet stelt niet als eis dat deze nietigheid via een verklaring voor recht door de rechter moet worden bevestigd. Het niet vragen van een verklaring voor recht stond de toewijzing van het verzoek van de Ondernemingsraad dan ook niet in de weg, aldus de kantonrechter.
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat een Ondernemingsraad voorwaarden aan de instemming mag verbinden. De ondernemer doet er verstandig aan niet te lichtvaardig aan deze voorwaarden voorbij te gaan. Doet een ondernemer dit wel, dan bestaat immers het risico dat de Ondernemingsraad de nietigheid van het besluit inroept.
Terug naar het overzicht
Telefoon 020 61 81 781
Fax 020 68 33 042