Er bestaat inmiddels al behoorlijk wat jurisprudentie over de (bank)voorwaarden (betaal)rekening van banken. Meestal gaat het dan om de situatie dat bij de klant onrechtmatig geld van de rekening is afgehaald en de klant daarvoor door de bank wil worden gecompenseerd. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 7 augustus 2018 echter een uitspraak gedaan in een omgekeerde situatie; in dit geval had een klant zonder reden geld van een derde op zijn rekening ontvangen en werd dat geld later weer van zijn rekening afgehaald. Er bleek met de pas gefraudeerd. De derde, van wie het geld afkomstig was, vorderde dit geld van de ING Bank (ING) terug. ING betaalde weliswaar terug, maar wilde op haar beurt weer het geld van de klant terugbetaald krijgen. Dit lijkt onredelijk: niet alleen is de klant slachtoffer geworden van fraude met zijn bankpas, maar de klant draait daar dan financieel ook nog voor op. En toch was de uitspraak dat de klant inderdaad de schade aan ING moest vergoeden.
Onzorgvuldig en/of grof nalatig handelen volgens de (bank)voorwaarden
In deze zaak van 7 augustus 2018 van het Gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2018:1865 stond de vraag centraal of de klant onzorgvuldig en/of grof nalatig handelen viel te verwijten. ING heeft daartoe gesteld dat het gevolg van de nalatigheid van de klant is dat zijn bankrekening is gebruikt om daarop geld te storten en zijn pinpas om dat geld er vervolgens weer af te halen. Daardoor kon ING het geld niet retourneren aan de gedupeerde en heeft ING de schade zelf aan de gedupeerde moeten vergoeden. De schade was een gevolg van de nalatigheid van de klant, aldus ING. ING deed daarbij een beroep op de van toepassing zijnde bankvoorwaarden. Zo was uit betalingsverkeer gebleken dat de fraude al op 2 oktober 2015 had plaatsgevonden, terwijl de klant pas op 20 oktober 2015 aangifte had gedaan bij de politie van fraude met zijn bankpas. Daarbij had hij aangegeven dat hij er pas achter kwam dat hij zijn bankpas niet meer had, toen hij de brief van 15 oktober 2015 van ING ontving. ING vond dit te laat. Het Gerechtshof geeft ING daarin gelijk. Volgens het Hof stond vast dat de bankpas al in de avond van 1 oktober 2015 (onbevoegd) was gebruikt, terwijl de aangifte pas op 20 oktober 2015 was gedaan. Naar de mening van het Gerechtshof was het onwaarschijnlijk dat het verdwijnen van de bankpas niet eerder was gemerkt vóórdat de klant de brief van 15 oktober 2015 van ING ontving. Het Gerechtshof oordeelt dat de klant volledig aansprakelijk is voor de schade.
Uitgangspunten uit eerdere jurisprudentie
Op grond van de jurisprudentie gelden in dergelijke zaken de volgende uitgangspunten:
- totdat het verlies of de diefstal van de pas is gemeld, is het uitgangspunt dat de klant zelf aansprakelijk is voor eventuele geldopnames. Vaak geldt dan een bedrag aan eigen risico;
- in het algemeen geldt dat, indien pas en pincode door eigen onzorgvuldigheid in handen zijn gekomen van iemand anders (bijvoorbeeld als iemand kan meekijken), eventuele opnames met de pas niet worden vergoed. De bank moet dan aantonen dat de klant onzorgvuldig is geweest. De klant moet aanvoeren dat hij wel zorgvuldig is geweest;
- wat betreft de zorgvuldigheid die klanten in acht moeten nemen is de uitspraak d.d. 4 januari 2005
LJN:AS5273 van het Gerechtshof Den Haag interessant. In deze zaak wordt een mevrouw slachtoffer van een tientjes-truc. Een “behulpzame” man helpt haar tijdens het pinnen en zegt: “er valt een tientje van u op de grond”. Zij bukt zich en hij verwisselt snel de pinpas, zodat zij met de verkeerde pinpas naar huis gaat. Ondertussen heeft hij snel haar pincode afgekeken en pint hij met haar pinpas die hij stiekem heeft achtergehouden. Geschil in hoger beroep betreft ook hier weer de vraag of mevrouw onzorgvuldig/grof nalatig handelen te verwijten valt. De bank beroept zich op de van toepassing zijnde Voorwaarden Gebruik Geld- en Betaalautomaten van de Nederlandse Vereniging van Banken. Uiteindelijk blijkt mevrouw niet onzorgvuldig te hebben gehandeld.
Kortom
Ook deze recente uitspraak laat weer zien dat het raadzaam is om kennis te nemen van de toepasselijke bankvoorwaarden. Mocht de betaalpas weg zijn, dan moet hiervan direct melding worden gemaakt bij de bank en aangifte worden gedaan bij de politie. Desalniettemin laat de jurisprudentie zien dat de specifieke omstandigheden van het geval van grote invloed kunnen zijn op het kunnen maken van aanspraak door de klant op terugbetaling door de bank.
Mocht u eraan twijfelen of u in een bepaald geval recht hebt op terugbetaling door de bank, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op om uw specifieke situatie te bespreken.
Terug naar het overzichtTelefoon 020 61 81 781
Fax 020 68 33 042