Dit blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad van 14 september 2018, ECLI:NL:PHR:2018:416.
De uitspraak is belangrijk omdat daarvóór werd aangenomen dat de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst niet voorziet in een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Volgens het wettelijk stelsel wordt een arbeidsovereenkomst slechts in haar geheel opgezegd of ontbonden. De transitievergoeding sluit bij dit wettelijk stelsel aan. Zo is een transitievergoeding alleen verschuldigd als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. De wet voorziet dan ook niet in een aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding bij een vermindering van de arbeidsduur. Volgens deze uitspraak van de Hoge Raad is dit nu wél mogelijk.
Wat was het geval? Een lerares in dienst bij een Stichting voor bijzonder onderwijs was langdurig arbeidsongeschikt. Toen de termijn van ontslagbescherming van 104 weken was verstreken, heeft de Stichting een akte van ontslag naar de lerares toegestuurd en tegelijkertijd een akte van benoeming voor de functie van lerares voor 55% van de volledige werktijd. In de CAO was namelijk bepaald dat, wanneer een werknemer blijvend arbeidsongeschikt is en het UWV van oordeel is dat de werknemer arbeidsgeschikt is voor en herplaatsbaar is in zijn eigen betrekking onder andere voorwaarden, ontslag alleen mogelijk is wanneer de werknemer direct aansluitend onder die andere voorwaarden in zijn betrekking wordt benoemd. Volgens de CAO werd door middel van het geven van het ontslag en de aansluitende (her) benoeming voorzien in een herplaatsing van de werknemer in een functie die door het UWV geschikt werd geacht. Volgens de werkgever was van het einde van de arbeidsrelatie - en van een situatie waarin een transitievergoeding moest worden betaald - dan ook geen sprake omdat partijen de arbeidsrelatie nu juist wilden voortzetten.
De Hoge Raad oordeelt echter dat de werknemer in dit geval tóch aanspraak kan maken op een gedeeltelijke transitievergoeding. Anders zou de werknemer bij een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd een deel van de transitievergoeding mislopen, waarop de werknemer bij een algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst op dat moment wél aanspraak zou hebben gehad. De hoogte van de transitievergoeding wordt immers berekend over het laatst verdiende loon. Wanneer na de vermindering van de arbeidsovereenkomst een algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst zou plaatsvinden, dan zou de werknemer anders een op aanmerkelijk lagere grondslag berekende transitievergoeding ontvangen dan zonder die vermindering het geval zou zijn geweest.
Kortom
Met deze uitspraak is het mogelijk geworden om aanspraak te maken op een gedeeltelijke transitievergoeding voor het (bijzondere) geval dat, weliswaar door omstandigheden gedwongen, wordt overgegaan tot een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer. Daarbij valt te denken aan het noodzakelijkerwijs gedeeltelijk vervallen van arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische omstandigheden en aan blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
Wilt u weten of u aanspraak kunt maken op een (gedeeltelijke) transitievergoeding, neemt u dan contact met ons op om u vrijblijvend te laten informeren over uw specifieke situatie.
Terug naar het overzichtTelefoon 020 61 81 781
Fax 020 68 33 042