Dit blijkt uit een uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam van 28 mei 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2734 (klik hier voor deze uitspraak). Het ging hier om een broodjeszaak in het centrum van Amsterdam, dat speciaal gericht is op toeristen.
Wat was er aan de hand?
Voor het restaurant zijn januari en februari doorgaans stille maanden, met maar weinig toeristen en weinig omzet. De omzet trekt pas aan in maart van een jaar, als de toeristenstroom weer op gang komt. De broodjeszaak heeft in januari 2020 daarom meer nieuwe personeelsleden geworven. Het restaurant is op grond van de overheidsmaatregelen in verband met de Coronacrisis met ingang van half maart 2020 gesloten. Vanaf die datum tot eind april 2020 is het restaurant dicht geweest, sindsdien is er een beperkte take-away.
De vraagpunten
Het ging in deze zaak om de volgende vraagpunten:
1) de broodjeszaak heeft in maart 2020 NOW aangevraagd en heeft (uiteindelijk) 60% van de loonsom over januari 2020 uitgekeerd gekregen. Daarmee heeft de broodjeszaak alle personeelsleden slechts 50% loon uitgekeerd. Mag dat? Eén van de personeelsleden neemt geen genoegen met 50% van het loon en gaat naar de rechter omdat niet zijn volledige salaris is uitbetaald;
2) de leidinggevende van de broodjeszaak heeft alle medewerkers verzocht om vanaf half maart 2020 vakantiedagen op te nemen. Mag dat? Het betreffende personeelslid vordert óók uitbetaling van zijn vakantiedagen omdat het einde van zijn arbeidsovereenkomst in zicht is en hij naar het buitenland vertrekt.
De beoordeling
Vaststaat dat de broodjeszaak niet het volledige salaris aan het personeelslid had voldaan. Ook staat vast dat het personeelslid van zijn loon afhankelijk was om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien.
Belangrijk is dat de Kantonrechter oordeelt dat bij de broodjeszaak door de buitengewone omstandigheden (Coronacrisis) een bedrijfseconomische noodzaak aanwezig is. De broodjeszaak heeft daarmee een zwaarwichtig belang dat in beginsel meebrengt dat van de medewerkers gevraagd kan worden om - zij het in overleg - bepaalde arbeidsrechtelijke aanspraken op te schorten, of zelfs helemaal prijs te geven. Het eenzijdig en zonder nader overleg door de broodjeszaak genomen besluit brengt echter een te grote inkomensachteruitgang mee, waardoor het betreffende personeelslid in financiële problemen komt. De wederzijdse belangen wegende kan van het personeelslid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dan ook niet worden verlangd dat hij over meerdere maanden met 50% opschorting van zijn salaris instemt, ook omdat niet vaststaat wanneer de broodjeszaak dan wel over voldoende middelen zou beschikken om de achterstand in te lopen. Kortom, de broodjeszaak moet alsnog betalen. Over de kwestie van de vakantiedagen wordt verder niet inhoudelijk geoordeeld omdat daarvoor nader onderzoek nodig was en het Kort Geding zich daar niet voor leende.
Belang voor de praktijk
De Coronacrisis kan voor een werkgever dus leiden tot een onvoorziene, bedrijfseconomische noodsituatie. Deze levert een zwaarwichtig belang op, dat kan meebrengen dat van de personeelsleden mag worden gevraagd om bepaalde arbeidsrechtelijke aanspraken op te schorten, of zelfs helemaal prijs te geven. Dit mag niet eenzijdig worden opgelegd, maar moet in overleg gebeuren. Daarbij moeten de wederzijdse belangen van werkgever en werknemer tegen elkaar moeten worden afgewogen, waarbij gekeken moet worden of de betreffende maatregel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wel van de werknemer kan worden verlangd. In deze zaak had de broodjeszaak dan ook tegen zich dat de maatregel eenzijdig was opgelegd. Zou dit in goed onderling overleg zijn gebeurd, en was de werknemer bijvoorbeeld niet van zijn loon afhankelijk geweest om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien, dan had de Kantonrechter heel anders kunnen oordelen. Hetzelfde zou ook kunnen gelden voor het “gedwongen” opnemen van vakantiedagen. In beginsel mag dit natuurlijk niet. Dat kan anders zijn als ook hier weer sprake zou zijn van een zwaarwichtig belang van de werkgever, er overleg tussen werkgever en werknemer plaatsvindt en er een belangenafweging wordt gemaakt waarbij het belang van de werkgever zwaarder weegt.
Kortom
Mocht u als werkgever in de financiële problemen zijn gekomen en u wilt weten of u gerechtigd bent om bepaalde maatregelen te treffen, neemt u dan contact met mij op. Uiteraard kunt u ook contact met mij opnemen wanneer u werknemer bent, u merkt dat er in uw arbeidsvoorwaarden wordt gesneden en u wilt weten of dat wel mag.
Terug naar het overzichtTelefoon 020 61 81 781
Fax 020 68 33 042